Sterker worden als het tegenzit

Ondernemen is vaak een kwestie van vallen en opstaan. Het kan je lange tijd voor de wind gaan, maar je moet altijd voorbereid zijn op mogelijke tegenslagen. Gert-Jan Dekker, de drijvende kracht achter kringloopketen Rataplan en de bemensing van de NS fietsenstallingen, weet er alles van.

Hij heeft de schaduwkanten van het ondernemen van dichtbij meegemaakt en is er nooit door uit het veld geslagen. Het ligt nu eenmaal in zijn aard om er ook dán het beste van te maken en liever te denken in kansen dan in bedreigingen. Door alert te reageren op veranderende omstandigheden heeft hij zich ook in moeilijke tijden prima staande weten te houden.

Omgaan met de pandemie

Aan de voorspoedige groei van Rataplan leek jarenlang geen einde te komen. Totdat ook Gert-Jan te maken kreeg met de gevolgen van de coronacrisis. Een scenario dat niemand had zien aankomen, maar waarop wel direct moest worden geacteerd. “Als kringloopwinkel stonden we natuurlijk voor dezelfde problemen als praktisch elke andere winkel: tijdelijke sluiting en dus tijdelijk geen omzet. Ondertussen werden er wel gewoon spullen afgegeven, dus we hebben samen de winkels klaargemaakt voor als het weer mocht. Om zo goed mogelijk in de ‘flow’ te blijven, hebben we ook niets aangepast aan de manier waarop we werken. We waren volledig operationeel, maar dan zonder de klanten. Wat we toen nog niet wisten, was dat er meer lockdowns zouden volgen. De tweede lockdown was de heftigste, toen zijn we drie maanden dicht geweest. In die periode hebben we de webshop ontwikkeld. Ook de derde was lastig: alles was af en klaar en we konden niets doen. De coronasteun viel toen ook weg omdat het over twee kwartalen ging. We hebben onze verhuurders gevraagd om mee te denken en de meesten hebben dat gelukkig ook gedaan. Ze weten aan wie ze verhuren en wat we doen. Maar we waren wel binnen een maand 4 ton omzet kwijt, terwijl de kosten gewoon doorgingen!”

Slapeloze nachten

Eerst was er de coronacrisis, toen had Rataplan te maken met een brand en met de situatie in Oekraïne is er opnieuw een bedreiging bijgekomen. “Als je ziet wat er vanuit die hoek op ons afkomt, daar lig ik wel wakker van ja. Met name het humanitaire gedeelte. We hebben spullen die kant op gestuurd en helpen nu met het inrichten van leegstaande huizen en panden waar vluchtelingen terecht kunnen. De gemeenten zeggen: breng meubels, breng kledingpakketten. Dat doen we graag. Maar als ondernemer zie ik ook de consequenties voor de langere termijn. Ik zie de kosten oplopen van bijvoorbeeld brandstof en energie. Ik merk dat mensen soms niet meer kunnen rondkomen en dat ze minder gaan winkelen. En dat raakt ons ook, want voordat wij in de kringloop een gebruikte bank binnenkrijgen, moet iemand eerst een nieuwe bank hebben gekocht. En dát gebeurt niet meer. Door onze plek achterin de keten zijn we kwetsbaarder dan veel andere winkels.”